Het renterisico van kortlopende (of vlottende) schulden wordt bepaald op basis van de kasgeldlimiet. De kasgeldlimiet wordt berekend op basis van een percentage van de totale begrotingsomvang. Dat percentage is door de minister vastgesteld op 8,5%. De gemeente mag voor deze ruimte kortlopende schulden aangaan. Verantwoording over de ruimte binnen de kasgeldlimiet wordt afgelegd aan de provincie.
In onderstaand overzicht is de toegestane kasgeldlimiet voor de komende jaren weergegeven. Hier sturen we op. We trekken langlopende leningen (in plaats van kort kasgeld) aan indien de limiet overschreden dreigt te worden.
Kasgeldlimiet meerjarig (bedragen x € 1.000) | ||||
---|---|---|---|---|
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
Omvang begroting (totaal lasten ex. reserves) | 69.484 | 62.728 | 61.882 | 61.140 |
Toegestane kasgeldlimiet (8,5%) | 5.906 | 5.332 | 5.260 | 5.197 |
Kasgeldlimiet (bedragen x € 1.000) | |||||
---|---|---|---|---|---|
2023 Q3 | 2023 Q4 | 2024 Q1 | 2024 Q2 | ||
B | Omvang begroting (= grondslag) | 66.454 | 66.454 | 75.702 | 75.702 |
1 | Toegestane kasgeldlimiet (8,5% van B) | 5.649 | 5.649 | 6.435 | 6.435 |
2 | Vlottende schuld, gemiddeld | 0 | 0 | 0 | 0 |
3 | Vlottend overschot, gemiddeld | 14.248 | 28.263 | 23.191 | 28.271 |
Ruimte onder limiet (1+3) | 19.897 | 33.912 | 29.626 | 34.706 | |
Ruimte (+) / Overschrijding (-) (1-2) | 5.649 | 5.649 | 6.435 | 6.435 |