Sociaal domein

Financiën

Toelichting op de financiële ontwikkelingen
Op het taakveld 6.1 samenkracht en burgerparticipatie worden er de komende jaren extra middelen beschikbaar gesteld om de taken van de dorpsondersteuners en wijkverbinders uit te breiden. Hiervoor wordt het budget in 2024 en 2025 met € 175.000 en in 2026 met € 100.000 verhoogd. Door meer in te zetten op deze manier van werken verwachten we dat de geïndiceerde zorg, zowel op jeugd als WMO gaat afnemen. Daarnaast worden vanaf boekjaar 2024 de baten en lasten met betrekking tot de opvang van Oekraïense vluchtelingen verantwoord onder dit taakveld (tot en met 2023 was dit taakveld 1.2 openbare orde). Deze incidentele baten en lasten zijn tot maart 2026 (looptijd huidige regeling) in de begroting verwerkt.

Met ingang van 2025 heeft het rijk nieuwe taakvelden ingevoerd waardoor de kosten nu verdeeld worden over andere taakvelden.
Per saldo blijven de kosten voor toegang en eerste lijns voorzieningen gelijk.
Het budget op taakveld 6.3 inkomensregelingen daalt t.o.v 2024. Dit heeft te maken met verschuiving van de directe salariskosten naar andere taakvelden en het vervallen van het budget compensatie budget energietoeslag, maar de kosten voor sociale uitkeringen ( bijstand)  stijgen door toename van het aantal bijstandsgerechtigden. Binnen het minimabeleid realiseren we door het anders organiseren van de kledingbeurs, het laten vervallen van een aantal abonnementen en de regeling chronisch zieken een besparing van € 53.000 vanaf 2026.

Op taakveld 6.4 WSW en beschut werk betalen we de Rijksbijdrage door aan het SW bedrijf, de Rijksbijdrage neemt de komende jaren af.  Er is een stijging van de kosten als gevolg van hogere exploitatiebijdrage aan stichting INTOS. Het tekort op het financieel resultaat van stichting INTOS heeft een structureel karakter en werkt door in de begroting 2025 en meerjarenbegroting. Het tekort wordt grotendeels veroorzaakt door gestegen loonkosten in verband met nieuwe CAO-afspraken, waarvoor de sociale werkvoorzieningen niet voldoende worden gecompenseerd door het rijk. Daarnaast hebben beleidsmatige keuzes, noodzakelijke werkzaamheden en de afname in de WSW-doelgroep invloed op het exploitatietekort. Om dit tekort zoveel mogelijk te beperken, is er een bedrijfsplan opgesteld wat wordt uitgevoerd.

Er heeft een verschuiving van de budgetten plaatsgevonden bij de WMO en Jeugd door invoering van nieuwe taakvelden.

Binnen de diverse WMO taakvelden blijven de middelen voor de WMO voorzieningen op niveau. De kosten van de huishoudelijke hulp stijgen door toename van het aantal cliënten.  Daar tegenover staat een daling van het aantal inwoners die gebruik maken van de regiotaxi. Richting 2027 worden er besparingen gerealiseerd van ongeveer € 100.000. Dit komt voornamelijk door de herinvoering van de landelijke eigen bijdrage op hulp bij het huishouden en het meer inzetten op dorpsondersteuners en wijkverbinders.

Voor de jeugdzorg zijn extra middelen opgenomen om de kostenstijging van komende jaren te dekken. De budgetten zijn begroot op basis van de uitgaven van 2023 en verwachte kosten 2024. De extra rijksbezuiniging Jeugd van € 500 miljoen is komen te vervallen. In de mei circulaire 2024 is dit voordeel al voor het jaar 2025 verwerkt, maar niet structureel. Omdat het rijk deze bezuiniging structureel heeft laten vervallen is de taakstelling in onze begroting ook komen te vervallen. Bij de berekening van de algemene uitkering is al rekening gehouden met deze structurele extra inkomsten.  

Op taakveld 7.1 Volksgezondheid blijven de budgetten op niveau. Dit betreft voornamelijk de bijdrage aan de veiligheidsregio met betrekking tot GGD diensten. Daarnaast wordt een ombuiging gerealiseerd door de kosten van het project Join us, € 33.000 binnen bestaande budgetten op te vangen.

Deze pagina is gebouwd op 09/25/2024 17:47:10 met de export van 09/25/2024 17:44:15