Voorzienbare onzekerheden waarvoor geen voorzieningen zijn gevormd of die niet tot afwaardering van activa hebben geleid en die van grote betekenis kunnen zijn in relatie tot het balanstotaal of het eigen vermogen, worden als risico aangemeld.
a. Risico's voortvloeiend uit eigen beleid
Garanties | Door de gemeente zijn garanties afgegeven voor geldleningen die door Gennepse verenigingen of instellingen zijn aangegaan. Gennep heeft 3 garantstellingen afgegeven voor leningen aan de Stichting INTOS. Betaling van de rente en aflossing van deze leningen zijn gegarandeerd, het risico op niet aflossen is nihil.
Open-einde-regelingen | Door de wetgeving van het Rijk worden gemeenten steeds vaker geconfronteerd met open-einde-regelingen. Te denken valt aan de Participatiewet, leerlingenvervoer, Wet Maatschappelijke Ondersteuning en Jeugdzorg.
Vanaf september 2023 zien we, ondanks de krapte op de arbeidsmarkt en een nauwelijks toenemende werkeloosheid, een stijging in het bijstandsbestand. Vanaf dat moment is de al voor de coronaperiode ingezette daling gestagneerd. Dit geldt overigens niet alleen voor onze gemeente. Uit de jaarrapportage van de Divosa Benchmark Werk en Inkomen 2023 blijkt dat het uitkeringsbestand in 47% van de gemeenten is gestegen. We verwachten dat deze trend ook in 2025 doorzet. De bijstandsuitkeringen worden betaald vanuit het BUIG-budget. Kleine gemeenten, zoals Gennep, ontvangen de BUIG-gelden op basis van historische uitkeringslasten (T-2). Doordat we twee jaar geleden minder uitkeringen hadden dan nu, komen we vanwege de financieringssystematiek de komende twee jaar middelen tekort. Dit maakt dat wij de kosten voor de uitkeringen hebben bijgeraamd op basis van het huidig aantal bijstandsuitkeringen .
INTOS | Het tekort op het financieel resultaat van stichting INTOS heeft een structureel karakter en werkt door in de begroting van 2025 en verder. Het tekort wordt grotendeels veroorzaakt door gestegen loonkosten in verband met nieuwe CAO- afspraken, waarvoor de sociale werkvoorzieningen niet voldoende worden gecompenseerd. Daarnaast hebben beleidsmatige keuzes, noodzakelijke werkzaamheden en de afname in de Wsw-doelgroep invloed op het exploitatietekort van INTOS. Om dit tekort mogelijk te beperken, wordt momenteel een bedrijfsplan opgesteld en daarna uitgevoerd. Tot die tijd wordt de gemeentelijke bijdrage opgehoogd.
Sociaal domein | De middelen die we ontvangen van het Rijk voor het Sociaal Domein zijn niet toereikend. Voor jeugdzorg is ten dele uitvoering gegeven aan het advies van de commissie wijze mannen. Dit is echter ontoereikend om de kostenstijging in de jeugdzorg volledig op te vangen.Dit is afgesproken tussen het Rijk en de VNG (afspraken jeugdmiddelen in de meerjarenraming). Daarnaast zijn er afspraken gemaakt over de aanvullende besparing, waarbij de Rijksoverheid de verantwoordelijkheid neemt om deze besparing zelf in te vullen en dus niet bij gemeenten leg t. Voor eventuele tegenvallers binnen het sociaal domein is een bestemmingsreserve beschikbaar.
De nieuw in te voeren BBP-systematiek voor het indexeren van het Gemeentefonds werkt niet goed voor de kosten van zorgtaken, zoals de WMO. De zorgkosten stijgen onder andere door de vergrijzing veel harder dan het BBP en gemeenten hebben door de wettelijke zorgplicht zeer beperkte sturingsmogelijkheden. In de Voorjaarsnota zijn heldere afspraken opgenomen over de indexering van deze zorgkosten. Het demissionaire kabinet heeft dit kracht bijgezet door hiervoor direct een extra reservering van €75 miljoen in 2026 oplopend tot 300 miljoen in 2029 op te nemen.
Uit recent onderzoek blijkt dat ook in algemene zin dat de prijsindexatiecompensatie van het Gemeentefonds structureel achterblijft bij de werkelijke prijsindexatie. Wat betekent dat gemeente niet volledig worden gecompenseerd voor prijsstijgingen en de financieel slagkracht van gemeenten achteruit gaat.
Planschade | Om het risico op planschade te beperken, wordt voorafgaand aan toepassing van ruimtelijke procedures waarbij schade niet kan worden afgewenteld onderzoek verricht naar mogelijke planschade. Binnen de grondexploitatiegebieden wordt rekening gehouden met mogelijke planschadeclaims.
Opbrengst toeristenbelasting | Bij een neerwaartse conjunctuur daalt het aantal overnachtingen. Wij hebben als gemeente geen invloed op deze autonome ontwikkeling.
Verbindingsweg | In 2025 wordt verder gewerkt aan de voorbereidingen voor de aanleg van de verbindingsweg in Milsbeek. Daadwerkelijke aanbesteding moet uitwijzen of het gecalculeerde budget marktconform is. Gezien de forse prijsstijgingen in de bouwsector bestaat er een risico dat het huidige krediet ontoereikend is. Vooruitlopend hierop is het krediet in deze begroting bijgesteld. Het risico ziet toe op een nog hogere stijging van de kosten.
Bouwgrondexploitatie | Voor mogelijke risico’s in het kader van de bouwgrondexploitatie wordt verwezen naar de paragraaf grondbeleid. Voor deze risico's is de Algemene reserve grondexploitaties beschikbaar. Bij de bepaling van de minimale weerstandscapaciteit zijn deze risico’s niet meegenomen.
PAND VOORMALIG BRANDWEERKAZERNE | Het pand van de voormalige brandweerkazerne heeft in 2021 een gemeentelijke monumentenstatus gekregen. Het pand mag hierdoor niet meer gesloopt worden en is daarom uit het exploitatiegebied Gennepermolen gehaald. De toekomstige invulling hiervan is nog onduidelijk. Wanneer hier meer duidelijkheid over is zal dit een financiële vertaling krijgen.
INFORMATIEBEVEILIGING EN PRIVACY | We zorgen ervoor dat alle organisatorische, procedurele en technische beveiligingsmaatregelen geborgd zijn, zodat de continuïteit van ICT, informatie en informatievoorziening zijn gegarandeerd en eventuele gevolgen van beveiligingsincidenten beperkt zijn. 100% veiligheid bestaat niet. Recente problemen bij diverse gemeenten bewijzen dat en geven aan dat we alert moeten blijven.
b. Risico's voortvloeiend uit het beleid van hogere overheden
Algemene uitkering | Met ingang van het jaar 2023 wordt de algemene uitkering berekend op basis van het nieuwe verdeelmodel. Dit nieuwe verdeelmodel is ongunstig voor de gemeente Gennep. In de mei circulaire 2024 wordt verwezen naar die van 2022 waarin alleen de herverdeeleffecten tot en met 2025 zijn verwerkt (in 2023 € 7,50 in 2024 en 2025 € 15 per inwoner).
Hiermee is het volledige herverdeeleffect van € 150 nog lang niet verwerkt. In het najaar van 2024 worden de resultaten verwacht van de periodieke onderzoeken. Hierbij wordt onder meer gekeken naar maatstaf centrumfunctie voor de stapeling van sociale voorzieningen en de maatstaf opbrengst eigen middelen. Het is op dit moment volstrekt onzeker wat dit voor Gennep gaat betekenen.
Omgevingswet | De structurele en incidentele financiële wijzigingen die de Omgevingswet vanaf 2024 met zich meebrengt, zijn zo goed als mogelijk vertaald in de meerjarenbegroting. Of deze bijstellingen toereikend dan wel haalbaar zijn zal gaandeweg blijken, een en ander hangt ook af van de middelen die we hiervoor al dan niet via het Rijk ontvangen. Ook de hoogte van de leges is een onzekerheid. In de loop der jaren kunnen we gebruik maken van ervaringsgegevens. Op dit moment beschikken we over een half jaar ervaring dat geen goed inzicht geeft voor de toekomst. Onze inschatting is dat vorig jaar vooruitlopend op de invoering meer vergunningen zijn aangevraagd. Dit kan ertoe leiden dat er dit jaar sprake is van een lager aantal.
Regeerakkoord | Op het moment van schrijven van deze begroting is de vertaling van het regeerakkoord in concrete plannen en de financiële vertaling daarvan nog niet bekend. In de Voorjaarsnota is een opschoningsactie van specifieke uitkeringen (spuks) aangekondigd. Deze opschoonactie is inmiddels ingehaald door een aankondiging in het Hoofdlijnenakkoord waarin alle spuks worden overgeheveld naar het gemeentefonds, met een budgetkorting van 10%. Oorspronkelijk ging het hierbij om een totaalbudget van € 638 miljoen, maar dit is nu gewijzigd naar € 438 miljoen doordat de gelden voor Oekraïne, toeslagenaffaire en Groningen niet worden betrokken in de herschikking. De meest recente informatie geeft aan dat het niet via het gemeentefonds, maar via de departementen uitwerking moet krijgen.
c. Risico's voortvloeiend uit samenwerkingsverbanden
Sociale werkvoorziening | De meerjarenbegroting voor de Sociale Werkvoorziening vraagt structureel om een gemeentelijke bijdrage. Dit risico ziet toe op een extra overschrijding van het exploitatietekort, wat een extra gemeentelijke bijdrage zou betekenen. Uitgegaan wordt van een risico van 10% van de overschrijding van de jaarlijkse bijdrage. Op dit moment vindt er een onderzoek plaats naar de toekomstbestendigheid van ons WSW bedrijf.
d. Risico's voortvloeiend uit handelen van derden
Waarborgfonds Sociale Woningbouw | De gemeente fungeert naast de corporaties en het Waarborgfonds Sociale Woningbouw als 3e “achtervang” voor leningverstrekking aan corporaties. Alleen als de bijdragen van de voorgaande 2 partijen ontoereikend zijn, moeten Rijk en gemeenten op verzoek van WSW renteloze leningen verstrekken. Gemeenten lopen een minimaal risico.
Waarborgfonds Eigen Woningbouw | Het risico van garantieverstrekking in het kader van de Nationale Hypotheek Garantie is ondergebracht in Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW). Uit de liquiditeitsprognoses van het WEW blijkt, dat voor de jaren waar de prognoses betrekking op hebben geen aanspraken zijn te verwachten op de achtervangfunctie van gemeenten.
e. Risico's voortvloeiend uit voor de gemeenten niet te beïnvloeden ontwikkelingen
Economisch onzekere situatie | Er is sprake van schaarste aan materialen en aan mensen. Dit leidt tot een opdrijving van de aanbestedingen, maar heeft mogelijk ook effect op het realiseren van planningen. Deze aspecten zijn in combinatie met de loon- en prijsontwikkelingen een risico voor alle projecten, maar die in het fysieke domein in het bijzonder.
De druk op de arbeidsmarkt zal wellicht iets afnemen de komende periode, maar de verwachting is dat het bemensen van onze organisatie de komende jaren blijvend om aandacht zal vragen.
Renteontwikkeling | Door een overschot aan financiële middelen, onder andere door de verkregen gelden uit de opvang van Oekraïense vluchtelingen is er voor de komende jaren geen nieuwe langlopende lening begroot. Waardoor het renterisico op nihil wordt ingeschat.